Evert Verhagen
Winnaar 2004 met Cultuurpark Westergasfabriek in Amsterdam
Wil de echte opdrachtgever opstaan?
Het gesprek met Evert Verhagen begint met een vraag aan de interviewer. ‘Wat valt jou op aan het juryrapport?’ Daar heb ik natuurlijk over nagedacht: dat de combinatie herbestemming en culturele programmering nog totaal nieuw was in 2004. Erfgoed werd voor het eerst niet als last ervaren, maar als geschenk. Maar dat is niet wat Verhagen wil horen: ‘Wie wint nu eigenlijk de prijs?’ Dat is Stadsdeel Westerpark. Maar wat staat er in de tekst? ‘Het inspirerend opdrachtgeverschap wordt in de officiële Regeling De Gouden Piramide gekenschetst door drie trefwoorden: creatief, deskundig en bezielend. Bij Cultuurpark Westergasfabriek zijn alle drie de begrippen volledig van toepassing. De organisatie onder leiding van Evert Verhagen moest een enorme verbeeldingskracht en inventiviteit aan de dag leggen om - ondanks alle barrières - het ideële project van de grond te krijgen.’
Waarmee Verhagen een terugkerend dilemma van de Gouden Piramide aanstipt: want wie is de échte opdrachtgever in een bouwproject? Er zijn formele opdrachtgevers, er zijn bevlogen tussenpausen, er zijn dappere eenlingen die zich vastbijten binnen of buiten de formele opdrachtstructuur, en er zijn (on)standvastige instanties. Verhagen was gedelegeerd opdrachtgever in dienst van de gemeente Amsterdam, verantwoordelijk voor een begroting van € 25 miljoen. Hij had de totale financiële en inhoudelijke verantwoordelijkheid. Oók toen er een rel ontstond over de huurders (onder andere Toneelgroep Amsterdam). Oók toen er tijdens de grondsanering asbest werd gevonden en de begroting ‘gruwelijk uit de klauw’ liep. Van de voorbereiding tot de oplevering. Met rechtstreekse lijnen naar de verantwoordelijke bestuurder van het stadsdeel en de verschillende directeuren binnen betrokken diensten van de Centrale Stad. ‘Nu zou dat overigens niet meer zo kunnen. Een dergelijke bestuurlijke betrokkenheid zie ik niet meer, ook niet buiten Amsterdam.'
Drijvende kracht
Het is daarom ook een terugkerend debat tijdens de juryvergaderingen. Wie is degene die er écht voor zorgt dat een project tot stand komt? ‘Ik heb dat op talloze plekken gezien, zeker bij industrieel erfgoed. Daar moet iemand opzitten die dag en nacht betrokken is, anders komt het project niet tot stand’, zegt Verhagen. ‘In Bilbão was het de burgemeester die uiteindelijk ervoor gezorgd heeft dat het Guggenheim Museum er kwam. Maar wie is verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het succes van Eindhoven? Wie heeft daar die ene knop omgezet, die alle andere dingen in beweging zet?’ In dit geval wist de jury precies wie de drijvende kracht achter de Westergasfabriek was. Daarom nam Evert Verhagen zelf de Gouden Piramide in ontvangst. Hij zette de prijs ook op zijn persoonlijke cv. ‘Of dat helpt weet ik natuurlijk niet’ zegt Verhagen lachend, ‘maar de prijs voelt zeker als persoonlijke erkenning, als bevestiging voor gedaan werk.’
Erkenning is dan ook belangrijker dan de geldprijs. Niet alleen voor zijn eigen project, maar ook voor het belang van het opdrachtgeverschap in het algemeen. ‘Er is immers geen opleiding voor goed opdrachtgeverschap. Deze prijs biedt de mogelijkheid om kennis door te geven. Dat zou zelfs uitgebreid kunnen worden, door samen te werken met universiteiten en Rijksdiensten. Waarom moet iedereen het wiel opnieuw uitvinden?’ Hoe uniek een winnend project ook is, er zijn altijd algemene lessen te trekken, wil hij maar zeggen. Er wordt op de Gouden Piramide gelet. Niet alleen het aanzien van de prijs is door de jaren heen gegroeid, maar het aanzien dat een winnend project verwerft in de meeste gevallen ook. De Westergasfabriek staat inmiddels in een gerenommeerd rijtje. Verhagen is daar trots op en checkt nog elk jaar wie de prijs wint. Er hebben sinds 2004 nog maar twee andere projecten in Amsterdam gewonnen: ’t Funen van Heijmans Vastgoed in 2011 en begraafplaats-crematorium De Nieuwe Ooster in 2014. ‘Ik ben dus nog altijd een van de allerbeste opdrachtgevers van Amsterdam’, stelt hij tevreden vast.